Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Neig de oren, [1]gij hemel, en ik zal spreken; en [2]de aarde hore de redenen mijns monds. 1. Zulk een aanspraak der onvernuftige schepselen diende tot Israels overtuiging en beschaming. Vergelijk boven, hfdst.4 vs.26. 2. Of, gij aarde, hoor.